Loes Nobel: De evenaar voorbij. Reisimpressies in haibunvorm Kemper Conseil Publishing, 2006
Ten geleide In een oude Japanse dichtvorm - de haibun- vertelt Loes Nobel over de reis van haar geboorteland naar Nederland.Natuur en innerlijke beleving weerspiegelen elkaar, zoals de haibun eist.
33 Een driekwart maan werpt in het laatste kwartier haar schijnsel zo uitbundig omlaag dat het lijkt alsof de schepping alleen bestaat uit water, hemel en maanlicht. Welke kant uit ik ook loop, voorsteven, achtersteven, bakboord, stuurboord, ik neem alleen die drie elementen waar. Ikzelf, ik bevind mij in een notendop. Een notendop van meer dan honderd meter lengte en, naar ik gis, ongeveer dertig meter breed- te rond zijn as. Opeens bevat ik met volle bewustzijn het begrip notendop. Mijn ogen blijven dwalen over de zee met die vreemde nachtelijke kleur, - over de hemel bezaaid met miljoenen sterren, over de maan die met haar licht het geheel dromerig en sprookjesachtig kleurt. Over het schip, een oceaanstomer zelfs. Ik ben gevangen in die aanblik, denken en voelen als bijna,totaal uitgeschakeld. Ik waan mij in een irreëele wereld.
Nachtdonkere zee, een sprookjes maanlicht kabbelt magie, fluisterend.
Plotseling besef ik dat de laatste nachten onder de evena~r, de laatste nachten op het zuidelijk halfrond voorbij zijp. "; Ik kom er niet meer terug. In lichte paniek vlucht ik ... ik vlucht naar de hut ... waar mijn man al ligt te slapen in zijn kooi ... mijn zoontje in zijn reiswieg. Ik vlucht voor mijzelf op dat maanverlichte dek ... ik vlucht naar mijzelf in de realiteit van een slaaphut op een passagiersschip. Slaap ...
Dagen en nachten, de evenaar stil voorbij, berustende maan.
Pag. 46-47