doorzoek het gehele Damescompartiment
Damescompartiment online

Madelon Székely-Lulofs
(1899-1958)


Madelon Székely-Lulofs

(KITLV: HISDOC, foto nr. 15.383)

"Toen ik Rubber geschreven had hoopte ik, dat het boek een wegwijzer zou zijn voor de ouders, die kinderen in Indië hadden en [voor] andere menschen. Men begrijpt in Holland niet, hoe die kinderen-in-Indië door het andere, vreemde leven, anders en vreemd kunnen worden en ik wilde zoo graag, dat de ouders zullen inzien dat bij hùn, in het moederland de plicht rust deze vervreemding bij voorbaat te voorzien, te begrijpen en te vergoelijken en zooveel mogelijk te overbruggen. (...) ik schreef geen preek, geen rapport, geen brochure, maar een roman. Een roman, die niets anders wil zijn, dan een zoo goed mogelijke beschrijving van het leven op een rubberonderneming in zijn verschillende phasen, zooals ik het zelf meemaakte en ondervond."

Madelon Hermine Lulofs was hiermee, een jaar na de verschijning van Rubber, duidelijk. Begrip vragen, dat wilde ze met het boek, begrip voor de vervreemding die Indië kan veroorzaken tussen ouders en kinderen. Zelf voelde ze zich thuis in haar geboorteland Indië, ondanks alle misstanden die ze waarnam.

Te Soerabaja, op 24 juni 1899 werd Madelon geboren als eerste dochter van Claas Lulofs en Sarah Dijckmeester. Vader is ambtenaar B.B. en wordt regelmatig overgeplaatst. Het groeiende gezin - er volgen nog drie kinderen - reist mee naar Atjeh en later naar een kleine garnizoensplaats. In 1913 gaat Madelon naar Holland, waar ze in Deventer de meisjes-H.B.S. volgt. Twee jaar later keert ze wegens familieomstandigheden en omwille van de oorlogsdreiging terug naar Indië.

Haar huwelijk met de Delische rubberplanter Hendrik Doffegnies, gesloten in 1917, loopt op mislukking uit, ondanks de geboorte van twee dochters, Mary Maud Doffegnies en Tineke Doffegnies. Hendrik wil een traditionele huishoudelijke echtgenote, Madelon verlangt naar een man die meer nodig heeft dan verzorging. Zo iemand is de Hongaarse planter Láslo Székely. Hij stimuleert haar om verhalen te schrijven, laat ze plaatsen in een krant op Sumatra en maakt veel indruk op Madelon. In 1926 wordt haar huwelijk met Hendrik ontbonden en in hetzelfde jaar trouwt ze met Láslo. Uit dit huwelijk werd Cornelia Malvina Szekely geboren.

Scheiding en huwelijk veroorzaken een groot schandaal in de samenleving op Deli. Het echtpaar vertrekt naar Sumatra, waar Madelon weer begint te schrijven. In het Hollandse tijdschrift Groot Nederland publiceert ze verhalen. In 1931 maakte ze haar debuut als romanschrijfster met Rubber.

Dan neemt haar carrière een grote vlucht. Boeken worden vertaald, verfilmd, bewerkt tot toneelstukken, recensenten bejubelen of verachten haar en zij is binnen enkele jaren een gevestigde naam in binnen-en buitenland.

In 1930 verhuist het echtpaar Székely naar Hongarije. Hier wijden ze zich aan literair werk en aan het gezinsleven. Als acht jaar later de schaduw van de naderende Tweede Wereldoorlog voelbaar is, vestigen ze zich in een pension te Santpoort. In 1945 sterft Láslo. Het lijkt een keerpunt te zijn in haar werk: steeds vaker publiceert ze journalistiek werk, zoals in De Groene Amsterdammer of in Elseviers Weekblad. In Margriet verschijnt een feuilleton. Wel verschijnen nog er boeken, maar het hoogtepunt van haar roem als romancière is dan voorbij. Gelukkig is zij niet meer, het werk vond zij nauwelijks op te brengen.

Op 22 mei 1958 wordt Madelon in een winkel opeens onwel. Zij wordt thuisgebracht. De haastig geroepen dokter constateert dat zij stervende is. Een hartaanval. Als schrijfster van roemruchte Deli-romans is zij dan eigenlijk al vergeten.

Bronnen: eigen onderzoek van de conductrice. Secundaire literatuur; de foto is uit afkomstig uit Bzzlletin.

Meer lezen van Madelon Székely-Lulofs?

  • Schetsen in een dagblad uitgeven op Sumatra, circa 1924 (zie Van den Wijngaard onderaan deze pagina)
  • Rubber, 1931 (diverse herdrukken)
  • Koelie, 1932 (veel vertalingen)
  • Emigranten en andere verhalen, 1933
  • De andere wereld, 1934
  • Vizioen, 1935
  • De hongertocht, 1936
  • De kleine strijd, 1941
  • Onze bedienden in Indië, 1946
  • Tjoet Nja Din, 1948
  • Bewerking van L. Székely: Rimboe, 1949
  • 'Minindjau, een verhaal uit een privé-doofpot'. In: Weet je nog wel... een boek vol pluche en plezier, 1957
  • Doekoen, KITLV Uitgeverij, 2001. Bundeling van Madelons feuilleton Storm in haar hart, zoals verschenen in Margriet, 1953.

Over Madelon Székely-Lulofs

  • 'Rubber en koelie. Een onderhoud met Mevr. Szekely-Lulofs'. Door G.H. 's-Gravesande. In: Den Gulden Winckel. Geïllustreerd Maandschrift voor Boekenvrienden. Onder leiding van W.A. Kramers. November 1932, No. 371, pag. 201-203.
  • "M.H. Székely-Lulofs'. in: De Oost-Indische Spiegel door Rob Nieuwenhuys, pag. 349-356. (editie 1978)
  • 'Madelon Lulofs (1899-1958). Vrouw van Deli' door Cock van den Wijngaard. In: Bzzlletin, 12 jaargang nr. 110, november 1983, pag.52-64.
  • Archivalia in het Letterkundig Museum, te Den Haag.
  • Voorts eigen onderzoek van de conductrice.