doorzoek het gehele Damescompartiment
Damescompartiment online

Augusta de Wit
(1864-1939)


Augusta de Wit

"Aan de vrouwenbeweging, waarvoor ik zoolang ik mij van eigen oordeel bewust ben, geestdriftig heb gevoeld, heb ik in zoo verre deelgenomen als ik ben gaan studeeren en een eigen loopbaan heb verkozen boven het jongemeisjesleven thuis, dat in mijn tijd het normale heette. Als leerares aan de Meisjes-H.B.S. te Batavia heb ik ook getracht mijn leerlingen voor die denkbeelden te winnen. Evenzoo in mijn kritische opstellen over nieuwe romans, waar de gelegenheid zich aanbood daarvoor propaganda te maken."

Deze stellige woorden schreef Anna Augusta Henriëtte de Wit aan Annie Romein-Verschoor omstreeks 1935. Toch staat zij, in tegenstelling tot de flamboyante Mina Kruseman niet te boek als Indisch feministe. Wellicht dat haar oud-leerlingen het levende bewijs zijn van Augusta's "geestdrift" voor de vrouwenbeweging.

Augusta de Wit werd geboren op 25 november 1864 te Siboga, op Sumatra's westkust. Haar vader was hier werkzaam als resident. Zij bracht de eerste tien jaar van haar leven in Indië door, in kleine plaatsen en altijd buiten Java. Augusta dweepte met de Indische natuur, die zij in haar werk zo veelvuldig zou beschrijven.

Na een verblijf in Europa, waar ze onderwijs in Nederland en Engeland volgde, keerde ze in 1910 terug naar haar geboorteland. Het Indië dat zij terug vond, was anders, vond zij, maar "niet minder mooi, niet minder fantastisch." Haar indrukken gaf zij weer in een feuilleton voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant.Toen deze krant eiste dat zij haar communistische overtuiging buiten haar werk zou houden, stemde ze toe.

Toch was de Communistische Partij belangrijk voor haar, want in het partijprogramma stond dat Indië 'los' van het moederland moest. Dat onderschreef Augusta, ook door in haar werk een kritische houding aan te nemen ten opzichte van het kolonialisme dat zij ethisch niet kon rechtvaardigen.

Na jaren in het Hollandse Utrecht doorgebracht te hebben, verhuisde ze naar oosterbeek. Hier onderhield ze ongetwijfeld contact met de Zuid-Afrikaanse schrijfster Daisy Junius, een nicht van de romanschrijfster Annie Foore. Daisy was uitgeefster en hoofdredactrice van een periodiek getiteld Nieuw vrouwenleven. Maandblad voor dames in Nederland en de kolonieën.. Ook de Indische publiciste Beata van Helsdingen-Schoevers werkte hieraan mee, zodat er op een gegeven moment een kleine 'koloniale' enclave was in Oosterbeek.

Augusta de Wit overleed in 1939 te Baarn in het pension 'Groot Malva-hoeve' waar ze twee jaar woonde. Zij werd op de Algemeene Begraafplaats te Oosterbeek begraven.

Bronnen o.a. : Openingscitaat uit A.H.M. Romein-Verschoor: Vrouwenspiegel. Een literair-sociologische studie over de Nederlandse romanschrijfster. Tweede herziene druk, 1936. Voorts eigen onderzoek van de conductrice.

Meer lezen van Augusta de Wit?

  • Facts and fancies about Java..
    Singapore, 1898.
    Vertaald als Feiten en fantasieën, Den Haag, 1905
  • Verborgen bronnen.
    Amsterdam, 1899.
  • De godin die wacht.
    Amsterdam, 1903. (2 dln) Fragment
  • Orpheus in de dessa.
    Amsterdam, 1903.
  • Natuur en menschen in Indië.
    Amsterdam, 1914.
  • De wake bij de brug en andere verhalen.
    Amsterdam, 1918.
  • De drie vrouwen in het heilige woud.
    Amsterdam, 1921.
  • Een Javaan.
    Amsterdam, 1923.
  • De avonturen van den muzikant.
    Amsterdam, 1927.
  • De wijdere wereld.
    Amsterdam, 1930.
  • Gods goochelaartjes.
    Amsterdam, 1932.
  • Drie novellen.
    Amsterdam, 1939.
  • Liefde en geweld langs den Barito.
    Baarn, 1939.
  • Een witte angora en enige mensen.
    Amsterdam, 1965.

Over Augusta de Wit

  • A.H.M. Romein-Verschoor: Vrouwenspiegel. Een literair-sociologische studie over de Nederlandse romanschrijfster. Tweede herziene druk, 1936.
  • Als dit Ierland was... De letteren in de gemeente Renkum samengesteld door Rody Chamuleau. Renkum, 1997.
  • De Oost-Indische Spiegel, door Rob Nieuwenhuys. (editie 1978) Pag. 323-320.
  • 'Orpheus in de dessa'. Recensie. In: Annie Salomons: Over mooie boeken. Letterkundige opstellen. Z. pl., 1926. p.204-217.
  • Voorts eigen onderzoek van de conductrice.