Emma van Angelbeek: Gedichtjes Zonder uitgever; Salatiga, 1911 81 pagina's
Ten geleide De mooie tjemara-bomen stonden op de thee-onderneming Ngargolko Melebari, waar Emma met haar gezin voor de Eerste Wereldoorlog woonde. De onschuldige natuurpracht in het gedicht staat haaks op de verwoestingen die in de jaren erna zouden volgen.
Mooie Laan
's Ochtends bij 't ochtendgloren, Als ik voor me henen staar Kunt ge steeds m'opnieuw bekoren, Fiere boomen naast elkaar!
Tjemaras, slank omhoog geheven, Naar de reine, blauwe lucht, Met goud heeft U de zon omgeven, En door uw takken 't windje zucht!
In nevelenkleed of zonnetooi, Tjemaras, 'k vind U immer mooi! Uw naalden zijn als haar zoo fijn, 't Is of 't zijden draden zijn! -
Zonder praal of groote luister, Richt g'uw stammen naar omhoog, En heft er van der aarde duister, Naar boven steeds ons aller oog.
(pag.41)