Emma van Angelbeek: Gedichtjes Zonder uitgever; Salatiga, 1911 81 pagina's
Ten geleide Witte Melatibloemen in 'donkergitten haar', ach, hoe romantisch is dit beeld. En misschien ook autobiografisch, want de donkerharige Emma sloot een naar verluidt zeer gelukkig huwelijk met Willem van Soest.
Bruidje
In wit bruidskleed, gesluierd in gaas, Verschijnt er de mooie bruid, Er gaat van haar een heerlijk waas, Van geluk en liefde uit! -
't Donkergitten zwarte haar, Prijkt er met bloemen, wit, En wit zijn de bloemen allegaar, Waartusschen 't bruidje zit!-
Daar rijst ze op en achter haar, Komen de sleepdraagsters aan, De koets staat voor 't bruidje klaar, Ook voor hen, die met haar gaan!-
Naar 't stadhuis is d'eerste rit, Er wordt wettig gesloten haar band, Vol geluk ze naast haar bruigom zit, De bloesem in haar hand!-
Nu naar Gods beehuis allegaar; Voor bei wordt 'n Zegen gesmeekt, Ze knielen eerbiedig voor 't altaar, Terwijl Gods dienaar spreekt:
"Ge belooft dus eeuwig elkander trouw, Gij bruidje aan uwen man? Beschermt ge bruigom steeds uw vrouw? Bevestig 't beiden dan!"-
"Ja", knikt er bruidjes mooie hoofd, "Ja", knikt er ook haar man; Ze hebben elkander trouw beloofd, God was getuige ervan!-
En zegenend spreidt er d'armen uit De dienaar in naam van God, En zegt tot bruidegom en bruid "God zegene uw beider lot!"-
Ze gaan naar huis waar 't bruidsfeest wacht, Aan geluk en liefd 'gewijd, Het duurt er door tot in den nacht, Totdat mooi bruidje scheidt!-
Ze gaat hem volgen, dien ze koos, Voor eeuwig tot haar man, Ze behoort hem toe nu voor altoos, En biedt al haar liefde hem aan!
(pag.49-50)