doorzoek het gehele Damescompartiment
Damescompartiment online

Lilian Ducelle:
Nieuw
Tong Tong, 15 januari 1969, p. 14


Ten geleide
De Prins Mauritsstraat die hier genoemd wordt, ligt in Den Haag en was decennia lang een Indische straat: hier waren uitgeverij en boekwinkel van Moesson gevestigd, hier zat het Indisch Familie Archief. En: hier woonde Lilian Ducelle met haar gezin.

Ik zie ze nog het erf opkomen. Baboe Jem in een gloednieuwe, voile kebaja met glanzende strepen. Onder de rechterarm het met een gehaakt kleedje toegedekte presenteerblad vol met goede gaven. Aan de linkerkant de kleine Soerjo. Parmantig kereltje met een veel te groot hoofd, wat maar zo leek vanwege zijn nieuwe en veel te grote pitji. Krakend stijf van nieuwheid zijn witte bloes, zijn groene broek met wijd uitstaande pijpen. Nieuwe bruine klosschoenen (met veters hoor). Ze roken naar bedak beras, kenanga. Lebaran. Lebaran, feest van een nieuw begin, van offer, trouw, dienstbaarheid, adat, traditie. Het hele jaar is de mens sjofel en arm, maar met Lebaran presenteert hij zich. nieuw van uiterlijk en met nieuwe hoop in zijn oude hart.

Hoe nieuw zijn wij in het nieuwe jaar? Van top tot teen vernieuwd. Om van boven af te beginnen: natuurlijk dragen we een pruik omdat het oude haar allang niet paste bij de nieuwe mode. En onder die glorieuze vracht haar hoorde een andere neus. Ook daar heeft onze nimmer aflatende wetenschap voor gezorgd. Met een stralende lach ontbloten we spiksplinternieuwe tanden. We kunnen wel blijven lachen. dankzij onze naarstige medici die met elk deel van ons lichaam wel raad weten. Nieuwe armen, benen, voeten, handen, borsten, heupen, nieren, magen, allemaal noodzakelijkerwijs vernieuwd of verbeterd. Wat een zegen. Ons lief en leed ligt in handen van knappe chirurgen en als we van de operatietafel afkomen zijn we nooit meer de oude.

En het hart? Dat hart is maar een dom pompertje, een tussenapparaatje dat zorgt dat er bloed uit je vinger komt als je je prikt. of dat je doodbloedt bij een kogelwond. Dat pompje kan ook vernieuwd, kinderspel. Nu is zo'n hartje maken wel iets ingewikkelder dan een nieuwe neus of pruik. Maar over een jaar of wat staat in Sappemeer ook 'n hartenfabriek, hoeven we niet naar Zuid-Afrika. Pas als de hartenfabriek een feit is kunnen we spreken van een vernieuwing, want nu gaat het nog via het oude systeem: neem zes halfdode mensen, zes helemaal dode en maak daar zes nieuwe levenden van. Straks wordt het een kwestie van: welke maat, welke sterkte, welke prijs? Een particulier hartje of een ziekenfondshartje?
Maar het is nog niet zo ver. Als ik bof dan is de wet voor het eeuwige leven nog niet door de Kamers goedgekeurd en mag ik op mijn eigen tijd dood. De tijd die God bepaalde toen Hij nog bestond.

Zo mooi ziet het er in begin 1968 niet uit en mijn wensen zijn maar gering. Geef ons heden onze dagelijkse rijst. moge de griep gauw uitgewoed zijn. En, als de dood op de hoek van de Prins Mauritslaan op me wacht, laat die dan gaan alstublieft met mijn gammele hart, blijf er met je vingertjes van af, dokter Barnard.
Laat me het erf afgaan met mijn glanzende nieuwe kebaja en sarong, op mijn nieuwe slofjes en met het presenteerblad met het opgevouwen kleedje nu leeg onder de arm geklemd. De njonja heeft mij óók bedacht, ik ben tevreden, het is goed zo. Laat me gaan, oud en wel.