Raden Adjeng Kartini Brieven: Brieven aan mevrouw R.M. Abendadon-Mandri en haar echtgenoot met andere documenten Dordrecht-Holland/Providence-U.S.A.: Foris Publications, 1987 Bezorgd door F.G.P. Jaquet
Ten geleide Brief van Kartini, Japara, 1-11-1900 Kartini ziet de tralies van haar gevangenschap verdwijnen: ze mag voor onderwijzeres te studeren. Het is haar ideaal om Indonesische meisjes les te geven en haar vreugde is dan ook bijzonder groot. Ze gelooft onvoorwaardelijk dat ze nu haar eigen leven mag gaan leiden.
Ik mag! ik mag! wensch me geluk - druk me in gedachten aan uw hart en lees 't geluk in mijne straalende oogen! Ik mag voor onderwijzeres studeeren! Ik mag naar 't klooster gaan! Ik heb met Vader gesproken! (...) (...) Vader vond 't idee onderwijzeres te worden aan de Inl. meisjeschool eenig mooi! - Hoe zacht en vriendelijk sprak hij mij toe! - o, ik heb mij in hem dan toch niet vergist! - hij heeft zijn kind lief en begrijpt haar volkomen! - Ik heb aan den rand van den afgrond gestaan en gestaard in de donkere, peilloze diepte! Voorbij dit alles, voorbij! Liefde heeft mij er over heen gedragen! Ik zou de heele wereld aan mijn hart willen drukken van pure blijdschap. Vader's toestemming en zegen heb ik en daarmeê is de eerste en grootste struikelblok op de te betreden levensweg afgewenteld - en opgeruimd! -
(pag. 28)