Karin Ottenhoff: Drieluik voor een Indisch meisje Verschenen in: Wat niet over wil
Ten geleide Veel in dit drieluik gaat over wat niet gezegd hardop gezegd wordt, kan worden of hoeft te worden. De goede verstaander begrijpt...
Drieluik voor een Indisch meisje
1
Een feestelijke kinderschaar omkranst hem, trotse vader met stralend naast zich zijn oudste dochter rijzig achter moeders stoel waarop in kant de jongste op schoot bij de beduusde schim in sarong en kabaai, geknot ver buiten eigen wereld
Zo heeft een moeder, haar dochter eenzaamheid verbeten tussen vriendelijke vreemden
2
Bij elk bezoekuur roemt ze het Huis maar hengelt naar logeerafspraken om saamhorigheid te voelen in samen bezig zijn met koken redderen en tafelen
in actie tot de wereld kantelt
Tussen kamerdeur en keuken zijgt ze zonder zucht voorover het frêle lijf ineens loodzwaar geen woord vormen haar lippen maar klemmend roept haar hand
3
Er glijdt een boot door de open brug in het uitzicht voor het ziekenhuis waar moeder haperend ademt
Ik keer terug tot bij haar bed zeg tegen het slapende gezicht de zachte haren, de hete huid:
De boot gaat op thuisvaart, glij je mee? Haar hand antwoordt niet meer maar zij blijft nog, ademt nog even
(pag. 19-21)