Nannie van Wehl (1880-1944)
(KITLV: HISDOC, foto nr. 4686)
"Al teveel vrouwen slapen in bij haar spinnewiel, worden geheel geabsorbeerd door haar huishoudelijke, moederlijke of beroepsbezigheden. Voor haar dit blad. (...) 'Hoe wij 't durven?' vraagt ge. We zouden 't niet durven, als we niet zeker wisten dat we in staat waren U iets te geven wat er tot dusver niet was. O, damesbladen genoeg! Zeker! Wij zelf kennen er allicht meer dan gij. We zullen u het aantal vrouwenbladen niet noemen, dat het Vrouwenjaarboekje opnoemt. Maar ons blad zal worden als geen der andere. Het zal meer bieden dan een der andere. 't Zal niet wezen voor één categorie vrouwen, maar voor alle vrouwen. Al wat de vrouw kan interesseren, al wat haar kan voorlichten, al wat haar kan ontwikkelen, we zullen ons best doen, het vast te leggen in onze kolommen."
Met deze woorden verantwoordde Susanna Lugten-Reys, alias Nannie van Wehl, de uitgave van de Haagsche Vrouwenkroniek in 1913. Zij was de oprichtster van het blad en sprak dus haar lezeressen in het allereerste nummer toe. De bovenstaande woorden lijken kenmerkend voor Susanna/Nannie: zelfbewust, idealistisch en geestig. Zo was haar toon, zo was haar karakter.
Op 12 november 18880 werd Nannie geboren te Den Haag. Zij was vaak ziek maar leek toch een gelukkige jeugd te hebben gehad. Haar opvoeding en educatie richtte zich op klassiek vrouwelijke vakken. Haar ouders lieten haar een opleiding voor onderwijzeres volgen. Later haalde ze de hoofdakte en verchillende andere akten. Als kwekelinge van de onderwijspedagoog Jan Lighthart ontdekte ze dat ze kon schrijven. Haar debuut maakte ze in zijn tijdschrift School en leven. In 1901 verscheen daarin 'Terug naar een mooi plekje', onder het pseudoniem Susanna.
In 1905 verhuisde ze naar Rotterdam, waar ze in het meisjesonderwijs werkzaam was. Drie jaar na haar verhuizing trouwde ze met Kees Lugten; samen kregen ze twee kinderen. Voor en tijdens haar huwelijk bleef ze steeds schrijven en publiceren. Boeken recenceren, columns schrijven, optreden als redactrice van tijdschriften, het leek haar allemaal even gemakkelijk af te gaan. Als Nannie van Wehl richtte ze zich tot de jeugd; zo'n twaalf boeken verschenen onder die naam.Indë komt daarin herhaaldelijk terug, al kende zij het land niet uit eigen ervaring. Wel geeft het voorkomen van het Indische een interessant tijdbeeld weer. Het eenzame Indische pensionkind zoals dat in Do en Lo Verster (1910) verschijnt, was destijds woonachtig in vele Haagse pensions. Nannie kende deze kinderen uit haar eigen kennisen- en vriendenkring.
De toon in haar boeken is opgewekt, al gaat ze problemen niet uit de weg. Hoewel ze gezien haar betaalde werk duidelijk geëmancipeerd was, kan men haar geen feministe noemen. Kennelijk was dat voor haar een te grote stap. Toch was ze voor haar tijd vooruitstrevend.
In 1944 overleed Nannie. Haar gezondheid was achteruit gegaan en ze was emotioneel aangeslagen door het overlijden van haar dochter. Nannie van Wehl liet een prachtig oeuvre na.
Citaten overgenomen uit Historica
Meer lezen van Nannie van Wehl?
Over Nannie van Wehl