Lin Scholte (1921-1997)
Lin Scholte werd in 1921 op Java geboren, in Batudjadjar, nabij Bandoeng. Zij was de dochter van een Javaanse vrouw en een Amsterdamse man. Over zichzelf zegt ze: "Een nonna lip lap ben ik, een kind uit een huwelijk tussen een Hollandse militair naar Indië ging. Een anak kolong is mijn moeder, een in de tangsi geboren en opgegroeid soldatenkind."
In haar boeken vertelt ze evenwel vooral over de wereld van haar moeder, die de kazernes en kampementen omvat, en het Indonesische leven van voor de oorlog. Haar werk is sterk autobiografisch. Bibis Koetis is haar tante, het soldatenkind Djemini haar moeder. Vrouwen die op haar een onuitwisbare indruk hebben achtergelaten, vertelt ze: "Het uitzonderlijke aan tante Koetis was, dat ze haar levenslot in eigen handen nam. Dit was buitensporig voor een Javaanse vrouw in die tijd. Ze lapte de adat eenvoudig aan haar laars. Zo stapte zij rustig op een fiets, terwijl zoiets alleen de Javaansen van lichte zeden deden. Koetis trok zicher niets van aan." Naast deze wereld bestond de Hollandse van haar vader. Die vermengen met de Javaanse wereld kon Lin als kind niet: "Ik leerde de twee werelden uit elkaar te houden: de Javaanse mystiek van mijn moeder en de wereld van Roodkapje, Sinterklaas en de Kerstman van mijn vader. In beide voelde ik me thuis."
Lin Scholte trouwde, kreeg kinderen. Na de oorlog vluchtte ze vanuit Soerabaja naar Singapore, en kwam zo naar Nederland. Later woonde ze in Wageningen. Heimwee naar Indië had ze niet, of wilde ze niet hebben: "Misschien omdat mijn vader een Hollander was. Hij overleed in 1959. Misschien is bij mij het gevoel ontstaan van: nou, mijn geboorteland ben ik kwijt en dit is toch ook mijn land, het land van mijn vader, waar hij geboren is en waar hij begraven is." En: "Ik hou trouwens van Nederland. Enkele jaren geleden bracht ik een pannetje Indisch eten naar mijn dochter. Ik liep stug tegen een harde, gure wind in. Het motregende en het was koud. Maar bij iedere stap zei ik tegen mezelf: Dit is het geboorteland van paps. Hier ben ik thuis, hier ben ik gelukkig."
Toch bleef haar hart uitgaan naar die andere wereld, die in Indië was achtergebleven. In 1963 kwam de aanleiding die haar tot schrijven bracht. De Indische kunstkrung "Tong Tong" schreef een prijsvraag uit met als onderwerp jeugdherinneringen uit Indië. Eén van de juryleden was Rob Nieuwenhuys, die eerder in zijn fotoboek Tempo Doeloe had uitgebracht. Hem vooral wilde ze vertellen over haar ouders, en haar jeugd die even Hollands als Javaans was geweest. Ook wilde ze met haar verhaal een nieuw licht op het kazerneleven laten schijnen: "Want het tangsi-volkje van weleer wordt altijd veracht en verguisd, zelfs in onze eigen kringen. (...) Toen ik hoorde dat uitgerekend mijn inzending was bekroond, was ik blij, maar vooral ook dankbaar vanwege de nagedachtenis aan mijn vader en zijn huwelijk met mijn moeder."
De bekroonde inzending leidde uiteindelijk tot drie boeken over het tangsi-leven, een kookboek en een aantal publicaties in Tong Tong. Haar debuut Anak kompenie beleefde een aantal herdrukken Soms droomde Lin Scholte over de Bersiaptijd, ze verlangde Bandoeng nog eens te kunnen zien, maar zei altijd in interviews in Holland gelukkig te zijn.
Lin Scholte overleed op 10 juni 1997. Ze liet een klein en mooi oeuvre na, dat een zeldzaam mooi beeld gaf van het 'tangsi-leven', zoals dat eens in Indië bestaan heeft.
Citaten afkomstig uit de knipselmap van het Letterkundig Museum te Den Haag; sterfdatum Lin Scholte afkomstig van Moesson.
Meer lezen van Lin Scholte?
Over Lin Scholte