Beb Vuyk (1905-1991)
(Foto uit aangehaald werk van Aya Zikken)
"Ik vond dat een schrijver de wereld moest bereizen, zoals Slauerhoff, dat vond ik iets geweldigs. Maar ik ben ook naar Indië gegaan omdat ik me identificeerde met die ene Madoerese grootmoeder. Ik was vijfentwintig toen ik wegging uit Nederland. Aan boord leerde ik Boet kennen, maar ik werkte eerst nog twee jaar als onderwijzeres in Soekaboemi voor ik ging trouwen en terechtkwam op die theeplantage op Midden-Java, die zo'n grote rol heeft gespeeld in mijn eerste roman Duizend eilanden."
Dat vertelde Beb Vuyk aan de schrijfster Aya Zikken, die haar naar het begin van haar carrière vroeg. Een citaat dat Beb bijna ten voeten uit tekent: de moed om op avontuur te gaan, het temperament van de Madoerese grootmoeder en de aankondiging en de ondernemingen in Indië.Ze werd geboren in Rotterdam, in 1905. Haar vader was scheepsbouwer. Als enige van de drie kinderen in het gezin was Beb donker van uiterlijk. Op straat werd zij daarom uitgescholden. Beb: "Dan vocht ik, ik ging altijd naar school met een lineaal in de hand." Haar vader, zoon van een Madoerese vrouw, was op jonge leeftijd naar Nederland gestuurd en bleef daar, trouwde een Hollandse en stichtte een gezin. Ondanks de afstand in tijd en generaties, bleef Indië aan Beb trekken.
Haar leven is inmiddels bijna een legende geworden. De jonge vrouw die met man en twee kleine kinderen een stokerij begint op een Moluks eiland, pionierswerk, ontberingen, failliet, terugkeer naar Java en dan de verschrikkelijke oorlog. Leven en werk lopen door elkaar heen. in Duizend eilanden vinden we haar indrukken van de theeplantage, in Het laatste huis van de wereld haar leven op Baroe, in Gerucht en geweld een deel van het oorlogsleven zoals zij dat meemaakte of doorgaf. Daarover vertelde ze aan Aya Zikken:"Het verhaal van die twee neven, die elkaar op leven en dood bevechten, is een verhaal dat Tjalie Robinson mij heeft verteld toen wij samen na een verjaardagsvisite naar huis liepen. Alleen de werkelijkheid was nog verschrikkelijker. Het waren namelijk twee broers, maar dat leek me zo ongeloofwaardig, ik heb er maar twee neven van gemaakt."En:"Na de oorlog, toen ik terug was in Nederland, is ook het boek De wilde groene geur verschenen. Daarna heb ik lange tijd niet kunnen werken door de dood van mijn zoon Ru. Die zin om te gaan schrijven kwam pas heel langzaam terug."
"Terug in Nederland... " een veelzeggende uitdrukking. De Japanse bezetting heeft Beb grotendeels in concentratiekampen doorgebracht; na de Bersiap-tijd kozen zij en haar man Fernand ('Boet') voor het Indonesisch staatsburgerschap. Een omstreden keuze. In 1958 wilden ze toch naar Nederland, maar het land weigerde. Pas later kwam de toestemming. Ze woonden in Loenen aan de Vecht, waar ze beiden overleden zijn, Fernand in 1986, Beb vijf jaar later.
Nog steeds wordt aan borreltafels van literaire kringen over Beb gesproken. Haar temperament, haar genegenheid, haar uitmuntende kennis van de Indische keuken. En ook over haar bijzondere werk, even wreed als teder, even gevuld met angst voor de wereld als met liefde voor de natuur. Beb Vuyk was een vrouw van tegenstellingen. Zij heeft ons een fascinerend oeuvre geschonken.
Foto uit: 'Beb Vuyk'. Kleinkind van een Madoerese'. In: Voor het vandaag werd. Ontmoetingen met schrijvers in de jaren zestig door Aya Zikken. Amsterdam/Antwerpen: Atlas, 2000. Pag. 54-67.
Meer lezen van Beb Vuyk?
Over Beb Vuyk